De kerryplant, goed voor de keuken maar ook voor een zachte en gezonde huid
De keukens staan vol met overheerlijke kruiden uit alle uithoeken van de wereld. In de jaren die zijn geweest hebben voorouders de wereld over gezocht en gevaren om ons de heerlijkste smaken te brengen waar wij tegenwoordig ons eten mee kruiden. En dat niet alleen, veel kruiden blijken immers ook nog geneeskrachtige werkingen te hebben, en dat maakt het gebruik ervan alleen maar leuker en prettiger. Maar voordat je eenmaal zover bent moet je natuurlijk wel weten hoe je de planten en kruiden verzorgd en gebruikt. Je kunt niet zomaar in het wilde weg een plant gaan knippen in de hoop dat je er iets mee kunt. Nee, een goede plant verzorgen getuigd van kennis.
Koloniaal kruid
Smaken komen van over de hele wereld. Kolonisten en zeevaarders brachten kruiden mee naar het moederland en daar gingen deze een eigen leven leiden. Het is door de jaren heen vaak voor gekomen dat compleet nieuwe gerechten hierbij mee kwamen. Een goed voorbeeld van een land vol specerijen is India. Daar vonden de Europeanen talloze nieuwe smaken, en talloze nieuwe gerechten die vaak nog behoorlijk heet waren voor onze smaak. Een van de kruiden die zo kenmerkend is voor deze hoek van de wereld is kerrie. En kerrie onttrekken we uit de kerrieplant. Voor botanisten klinkt de naam helichrysum italicum wellicht wat bekender in de oren. Maar wat vreemd is, is dat het kruid niet eens van oorsprong uit de Indische keuken komt. Integendeel, het is een plant die van naturen voor komt in het Middellandszeegebied.
Rotsachtig zoet
Op droge, rotsachtige zandgronden zal de kerrieplant welig tieren. De plant heeft zwavelgele bloemen en bloeit langer door tot september. Ondanks de natuurlijke oorsprong is de plant vooral erg populair in de Aziatische keuken. Toch wordt de kerriesmaak daar anders verkregen dan van de plant, hier komt het namelijk van een boom, de murraya koenigii. De smaak is zoet, zacht en kruidachtig. De takjes en bladeren van de kerrieplant worden zowel vers als droog gebruikt maar men weet niet altijd goed hoe deze te verbouwen. Het kan zich namelijk nog best als een uitdaging wijzen om een mooie kerrieplant te verbouwen.
De kerrieplant is een wintervaste plant die ongeveer vijftig centimeter hoog wordt. Hij is gewillig vanwege het uiterlijk, wat namelijk een smalle, naaldvormige bladervorm is. Deze verspreiden de bekende zoete kerriegeur die veel mensen maar al te prettig vinden. De jonge stengels zijn wit grijs en daarna verkleuren deze van groen tot een houterige kleur. In de zomer bloeit de plant met kleine, gele bloemknopjes welke ook typisch geurende aroma’s verspreiden. De kerrieplant houdt van een zonnige en droge standplaats. Het is ook belangrijk dat je deze niet teveel meststoffen geeft waardoor de kleur namelijk in groen zal veranderen.
Terug snoeien
De plant moet na de bloei, welke loopt van september tot oktober, worden terug gesnoeid omdat er anders een warrige en losse plant ontstaat. Het kan gemakkelijk gekweekt worden in potten op het terras en er kunnen doorlopend takjes afgeplukt worden voor gebruik. Dek tijdens een strenge winter echter de plant af, zodat deze de koude Nederlandse winters kan overleven. Het zou immers zonde zijn als je kerrieplant het na een jaar al voor gezien houdt, niet waar? Je wilt wel het maximale uit de plant en zijn smaken kunnen halen eer deze er tussenuit knijpt.
Genezend sterk
Ook de kerrieplant wordt geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Zo zou de thee van kerrie verzachtend werken bij klachten van de luchtwegen. Olie gemaakt van de bloemen is goed voor de huid en kan gebruikt worden tegen blauwe plekken, bloeduitstortingen en verstuikingen. Wederom een uiterst veelzijdige plant, net als erg veel andere planten die zo de revue passeren. De kerrieplant is er bovenal eentje die staat voor heerlijke en smaakvolle gerechten. Eentje waar wij mensen veel plezier aan kunnen beleven en waar we veel heerlijk eten mee klaar kunnen maken. Om nog maar niet te spreken over de heerlijke geuren die erdoor worden verspreid.